Half april zijn we gestart met de natuuronderzoeken in de verschillende deelgebieden van het onderzoeksgebied Noorder-IJplas. De weersomstandigheden waren uitzonderlijk voor de tijd van het jaar. Dat heeft natuurlijk ook een keerzijde want de natuur snakt inmiddels naar een beetje regen! Voor de onderzoekers was het prettig omdat alle (cross)paden goed te belopen waren.
In alle rust zijn de eerste rondes van de brede quickscans bijna afgerond. Ook achter de schermen werd gewerkt aan o.a. de geschiedenis van het gebied, beleidstukken doorgenomen, foto’s en verzameld materiaal nader gedetermineerd.



Ook de eerste ronde vogelonderzoek is inmiddels klaar. In alle vroegte werd een route gelopen tussen de verschillende luisterpunten om zoveel mogelijk vogels te spotten. In het bijzonder werd gelet op gedrag dat een aanwijzing is voor een territorium zoals; fluiten, nest gezien, vogel vliegt met nestmateriaal, af en aan vliegen met voedsel, paring of gewoon gezien.
Heel handig is het gebruik van de app “Merlin” gratis te downloaden. De app herkent de vogel aan het geluid; maar let op! er fluiten ook hele goede imitators zoals de bosrietzanger! In ieder geval blijkt het gebied tot nu toe vogelrijk. Niet zo verwonderlijk want er is eten zat zoals de miljoenen muggen.
Op de plas zagen we twee paartjes krooneenden. Deze van oorsprong Aziatische eend heeft een voorkeur voor ondiepe plassen en foerageert bij voorkeur op kranswieren.

In het bos en bij de ondiepe wateren zijn inmiddels ook de libellen en juffers actief boven water. Gedurende soms meer dan een jaar leven de larven in het water. Op een geschikt moment kruipen ze via een rietstengel uit het water. Het huidje barst open en de libelle of juffer komt te voorschijn. Na een halfuurtje in de zon wordt de nieuwe huid hard en zijn de vleugels opgepompt. Het imago is klaar om te jagen op alles wat klein genoeg is zoals heel veel muggen! We zagen ondertussen; vroege glazenmaker (bruin met groene ogen), glassnijder, platbuik en vuurjuffer, lantaarntje en variabele juffer.

Vlinders zijn er gelukkig ook nog maar (nog) niet in grote getale behalve het bontzandoogje. Deze vlinder is een liefhebber van bossen en struiken. De mannetjes verdedigen fanatiek hun territorium. Op sommige stukken in de bosschages kom je om de 25m een mannetje tegen. Niet alleen soortgenoten maar ook ander vlinders worden als ongenode gast gezien en verjaagd.

Minder fanatieke vlinders die we zagen zijn het groot- en klein koolwitje, klein geaderd witje, dagpauwoog, citroentje, landkaartje, atalanta, lievelingetje (nachtvlindertje), icarus blauwtje en hooibeestje.

Brandnetel is voor een aantal van deze vlinders de (waard)plant waarop de rups groot wordt en daar zijn er genoeg van. Komende tijd worden de meestal zwarte rupsen groot en zichtbaar op de brandnetel.
Met behulp van app. Obsidentify (ook gratis) kunt de rups op naam brengen. Altijd even controleren want A.I. kan er ook naast zitten.
Komende periode wordt het even rustig met het veldwerk. We gunnen de natuur de rust nu het jonge spul groot wordt. Ondertussen wordt er wel gevogeld maar ook naar wilde bijen en zweefvliegen gekeken. Vanaf half juni gaan we verder met voortgezet onderzoek. Binnenkort sturen we hierover een nieuwsbrief en zullen we de hulp inroepen van vrijwilligers om ons te helpen.
Geniet van deze mooie tijd Norbert en Bertien