Op 21 februari 2025 hebben zich weer tientallen Noordelingen beziggehouden met het klaarmaken van de ijsvogelbroedplaatsen voor het nieuwe broedseizoen. Ook rond de Noorder-IJplas zijn 6 broedwanden ontdaan van begroeiing en voorzien van nieuwe nesttunnels.
De ijsvogel (Alcedo atthis) is zonder twijfel één van Nederlands meest kleurrijke vogels. Met zijn felblauwe rug en oranjebruine buik is deze kleine visser een opvallende verschijning langs onze waterwegen. Hoewel de soort vroeger zeldzaam was, komt hij tegenwoordig steeds vaker voor in Nederland, mede dankzij mildere winters en verbeterde waterkwaliteit.
Het nestelen van de ijsvogel is bijzonder fascinerend. Anders dan veel andere vogels bouwt hij geen nest in bomen, maar graaft hij een nesttunnel in steile oevers. Met zijn krachtige snavel hakt de ijsvogel een gang uit van zo’n 60 tot 90 centimeter diep. Aan het einde van deze tunnel maakt hij een kleine nestkamer, waar het vrouwtje 6-7 witte eitjes legt.
Het graafwerk gebeurt meestal in verticale zandwanden of kleiwanden langs beken, rivieren of vijvers. De ingang van het nest bevindt zich vaak zo’n 90 centimeter boven het wateroppervlak, wat bescherming biedt tegen overstromingen. In één broedseizoen kan een ijsvogelpaar tot wel drie legsels grootbrengen, wat vooral gebeurt tussen maart en september.
Tegenwoordig helpen vrijwilligers de ijsvogel door het aanleggen van speciale ijsvogelwanden. Dit heeft significant bijgedragen aan het herstel van de ijsvogelpopulatie in Nederland.
Met een speciale boor wordt het eerste stuk van een broedgang geboord.